Individuele therapie

Kinderen komen individueel op therapie bij de therapeut. Er vindt intern regelmatig overleg plaats met de therapeuten die uw kind behandelen om de aanpak van uw kind zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen.

Op regelmatige tijdstippen worden de doelstellingen van elk kind geëvalueerd en besproken met de ouders. Bij de allerjongste kinderen volgen ouders de therapie frequent mee.

Ouders kunnen ook individuele gesprekken krijgen i.v.m. opvoedingsondersteuning.

Groepstherapie

Groepstherapie kan een zinvolle aanvulling zijn op de individuele therapie. Groepjes bestaan uit een klein aantal kinderen. Ouders worden in een oudergroep op de hoogte gebracht van de inhoud van de groepen. Bij de allerjongste kinderen doen de ouders de groepstherapie mee.

Er worden verschillende groepstherapieën aangeboden met uiteenlopende thema’s (sociale vaardigheden, executieve functies, schoolse vaardigheden,...). Er wordt steeds bekeken of uw kind hiervoor in aanmerking komt en dit is steeds afhankelijk van de groepssamenstelling.

Naast groepsessies voor de kinderen is er ook mogelijkheid tot gezinstherapie. Hierbij wordt er naar het hele systeem gekeken en de inwerking van ieder individu in een gezin op elkaar. Op een ervaringsgerichte manier leren we gezinsdynamieken verkennen. Met het hele gezin zoeken we samen naar manieren waarop deze bevorderd kunnen worden.

Via brussensessies leren broers en zussen elkaars gedrag beter te begrijpen, met elkaar te communiceren en samen te spelen op aangename manier. De omgang met elkaar wordt gestimuleerd.

Multidisciplinaire diagnostiek

Aan de hand van onderzoek trachten we enerzijds zicht te krijgen op het ontwikkelingsniveau om therapeutische doelen of noden daarop af te stemmen. Anderzijds kan het ook dienen om na te gaan of er sprake is van een kinderpsychiatrische stoornis/diagnose.

Een onderzoek in kader van diagnosestelling wordt nooit als eerste en enige doel afgenomen. Dit gebeurt pas tijdens een revalidatietraject indien er een vraag van de omgeving en een vermoeden vanuit therapie aanwezig is.

Een onderzoek kan bestaan uit het in kaart brengen van de fijn- en grofmotorische, talige en sociaal-emotionele vaardigheden en/of het sensorisch functioneren. Er kan ook ruimer onderzoek gedaan worden naar aandacht- en concentratie, intelligentie, sociale interactie, verbeelding, gedrag,…

Onderzoek vindt steeds plaats in het centrum. Soms is een aanvullende observatie in de leefcontext (bv. klas) noodzakelijk.

Netwerkoverleg

We vinden het belangrijk om elk kind en zijn context kwaliteitsvol te ondersteunen. We zien de context breder dan enkel de opvoeders van een kind. De school, andere diensten, het bredere netwerk,… zijn waardevolle partners.


School/CLB:
Tijdens het schooljaar kunnen we informatie uitwisselen met het zorgteam van de school (leerkracht, zorgcoördinator, CLB-anker, ondersteuner). Indien noodzakelijk wordt er een netwerkoverleg georganiseerd waarin alle betrokken partijen samen met de ouders hun kind bespreken. De krachten, uitdagingen, noden,… worden besproken en de ondersteuning wordt optimaal op elkaar afgestemd.

Ook de samenwerking met andere diensten die reeds betrokken zijn in het gezin is voor ons van belang. Samen kan ook bekeken worden of er nog andere diensten het gezin kunnen ondersteunen bijvoorbeeld wanneer vragen buiten onze expertise vallen.